maandag 6 augustus 2012

De overtocht

Scarborough bij avond

De laatste dagen in Engeland staan in het teken van de overtocht naar Nederland. Doen we het wel of niet in één keer, het is 220 mijl bij 5 knopen per uur is dat 44 uur zeilen zonder slaap gaat ons dat lukken? Het weer moet ook nog meezitten. We stropen de weersite’s af niet alleen aan land maar ook de wind op zee is van belang dus raadplegen we ook de sites die de booreilanden hebben opgenomen  in het programma. Elke ochtend kijken we even hoe het er voor staat. Een windkracht vijf veranderd in een zes oh jee, maar de volgende dag al weer korter in tijd. Uiteindelijk besluiten we het plan van vertrek op donderdagochtend door te zetten, ondanks nog een paar onzekerheden in het traject voor wat betreft de windkracht. Overdag bezoeken we nog Whitby en York. Het zijn leuke echt Engelse stadjes die wel erg toeristisch worden geëxploiteerd.
Wie zo op de kaart kijkt ziet alleen blauw tussen Engeland en Nederland maar op de gedetailleerde Admiralty kaart die we van onze Belgische buren in de Heen hebben gekregen staat het vol met obstakels, booreilanden, ondieptes, maar vreemd genoeg geen windparken en die zijn er ook nog weten we. In een mooie rechte lijn oversteken zal het dus niet worden. Daarbij komt dat de wind op donderdag westelijk begint maar in de loop van de dag ruimt naar zuidwestelijk tot zuidoostelijk en dan tegen staat. Eerst dus zo veel mogelijk zuidelijk varen en daarna pas naar het oosten om zo lang moegelijk ruime tot halve wind te houden. Op de Admiralty kaart vinden wij ook nog de track van een vorige gebruiker die ons goede aanwijzingen geeft over een te volgen route die we bijna helemaal kunnen kopiëren. Op donderdag om vijf uur wordt Thea wakker en stelt voor maar te vertrekken om dan nog zoveel mogelijk plezier te hebben van de stroom. Een goed idee dus vertrekken we om half zes uit de haven van Scarborough met een matige westen wind en stroom op de kont. Eerst twee heads passeren en dan een lang rak naar beneden. Het zit mee er staat meer stroom want het is spring, we gaan dus ruim 7 knopen maar als de stroom na de landpundjes draait gaan we nog nauwelijks vier knopen. Dat is te weinig dus de brommer erbij, dan gaan we net iets meer dan vijf knopen het minimum voor deze tocht.
Als na een hele dag varen de nacht invalt zijn we boven the Wash. Het stroomt daar behoorlijk en een gedeelte waar we doorheen komen heet the race, dat zegt vaak al genoeg. Wij hopen maar dat de stroom daar nog mee staat want helemaal precies berekenen is op zo’n lang traject moeilijk. We hebben geluk en schieten met acht knopen en halve wind door de invallende duisternis, met een inmiddels een keer gereefd grootzeil. Om een uur in de nacht komen we langs een groot windmolenpark dat niet op de kaart staat, ook niet op onze in mei nog geüpdate kaart van de plotter. Vreemd maar ik had over dit merkwaardige fenomeen al gelezen op internet. De ontwikkeling gaat zo snel dat het nog niet op de kaarten staat, maar drie maanden geleden stonden deze molens er echt al dus????  Sailing Yacht Sindoro klinkt het opeens in het maanlicht.  
Sailing Yacht Sindoro
Waar komt dat vandaan? Wie roept ons bij naam? Het is alsof we door de heer geroepen worden maar dan de blije (AIS) variant. Thea snelt naar beneden om haar plaats als marconist achter de kaartentafel in te nemen. Station calling Sindoro hoor ik haar zeggen.  The Pride of York channel 06 is de reactie. Thea moet nu overschakelen naar een werkkanaal 06 om de algemene communicatie op kanaal 16 niet te verstoren. Sindoro is listning hoor ik Thea weer zeggen. Yes mam here the Pride of York
(Een passagierschip dat de lijn Rotterdam Hull verzorgd met Lengte 179,35 m, Bruto gewicht 31.785 GT, 1.050 passagiers,  850 auto's of 180 ton cargo) wij liggen  3,5 mijl voor u en willen graag bakboord-bakboord passeren, maar wij hebben te weinig diepwater aan stuurboord kunt u uw koers naar stuurboord verleggen? Thea kijkt op de kaart en ik naar de wind. Dat moet kunnen dus verleggen wij de koers 10 graden naar stuurboord. Thea vraagt na vijf minuten of het zo ok is, Yes mam your fine is de reactie vanuit de brug. Wij zien vage lichten in de verte opdoemen, maar de Pride of York ziet ons niet geven ze aan. Toch brandt ons navigatielampje in de mast. Thea verzuimt te vragen of er geen bezoek moet worden gebracht aan een bekende opticien, maar dan komt de mededeling dat ons lichtje duidelijk wordt gezien en bedankt het schip ons voor de coöperatie. Even later schuift er 31000 ton aan bakboord voorbij. Tegen de ochtend neemt de wind toe en moet er een rif bij. Het wordt nu ook hobbeliger en mijn tien jaar uitgebleven zeeziekte steekt nu de kop op. Bleek koud zit ik tegenover mijn frisse scheepsmaat die nergens last van heeft en mij liefdevol verzorgd met warme bouillon en thee. Tegen de middag schijnt de zon volop en voel ik me weer beter. Nog 80 mijl roept Thea optimistisch. Uiteindelijk lopen we in een mooie lijn aan op Scheveningen waar we om vrijdagavond om half tien vastknopen. Naar bed zou je denken maar er is nog een prijsvraag en dus blijven we nog een uurtje wakker om ons over de mooiste en origineelste limerick te buigen.
Wij kregen de volgende inzendingen binnen:

Jeroen Prevo
Op zoek naar het Monster van Loch Ness,
Raakten Arjan en Thea in de stress,
Wat schrokken ze toch, toen opeens uit het Loch,
Een paling opdook van ‘n meter of zes…


Waar zijt gij o monster van Loch Ness?
Al jaren springen paranormalen voor U in de bres,
Toont U nu aan den mens,
Dat is slechts mijn wens,
Anders gaat de geest van uw mythe nog uit de fles...  


De mythe van het monster van Loch Ness,
Maakte indruk op 'n wonderschone prinses,
Daarom ging ze naar 'm op zoek,
Doorzocht 't Loch tot in iedere hoek,
En dook in het water voor een zeker succes.

Toen zij onderwater belandde,
En het haar voor haar ogen verwijderde met 'r handen,
Kon ze haar ogen echt nauwelijks geloven,
En dacht 'hoezo komt alle zege van boven?'...
Met zo'n monster wil ik hieronder wel stranden.

Het monster bleek een mooie verschijning,
Hij hield van storm en flink wat deining,
Het was van het romantisch soort,
Waar je zo vaak over hoort,
Hij nam in hofmaken dan ook meteen de leiding.

Na een tijd van elkaar wat verkennen,
En af en toe ook flink verwennen,
Namen ze samen het besluit,
Thea werd Arjan's bruid,
En zij kon de terugreis weer plannen!
Jacques Zick
"ER WAS EENS EEN MONSTER IN LOCH NESS,
DIE WAS AL JAREN GOED BIJ DE LES.
 ELKE ZEILER VRAT HIJ OP,
MET WAT ZEEWIER ON TOP.
 EN DAT ZONDER HULP VAN LEPEL OF MES...
Theo Hearkens
Mijn inzending is het best te lezen met licht-Haagse tongval:
 Oos, wes,
Loch Ness!
Een  zeiltrip om de kop van Schotlan',
Daar droomde de Sindoro-crew lang van,
Eerst via oost, toen toch maar langs wes',
Niet langs de Shetlands, wel door Loch Ness,
Het lukt: PROOST voor Thea en Arjan!

Roel Melief
Een verregend stel te Loch Ness beklom een wonderschone berg met succes
Hierna hun boot de Neptune's Staircase en Banavie 
om weldra terug te keren naar hun hartendief
De zusters Loch Ness, Loch Oich en Loch Lochy bleven achter. 
Hun schoonheid stak bleek af tegen wat de zeilers in Nederland konden verwachten.

Wietske Prevo
In een diep en donker meer
Ging een zeilboot ernstig op en neer
Thea riep gaat dat wel goed
Want zei kreeg bijna de gijp tegen haar snoet
En gaf haar monster Adriaan  een sneer


Er was een monster in Lochness
Dat dronk veel te veel van de stress
Elke keer verstoppen in het meer
Dat wilde ze niet meer
En ze greep nogmaals naar de fles

Na regen zou zonneschijn komen
Maar de regen bleef elke dag maar stromen
Wind kwam in overvloed
En Nessie zwom de boot tegemoet
Van zo’n lekker hapje kon ze alleen maar dromen


Het was lastig voor de jury om uit deze inzendingen de mooiste te kiezen. Ze zijn eigenlijk allemaal wel mooi vinden jullie ook niet? Toch kozen wij met het gevaar beschuldigd te worden van nepotisme voor een gedeelde eerste plaats voor het echtpaar Prevo. De jury vond de onderstaande limerickjes het mooist. Over de uitslag kan worden gecorrespondeerd!

Waar zijt gij o monster van Loch Ness?
Al jaren springen paranormalen voor U in de bres,
Toont U nu aan den mens,
Dat is slechts mijn wens,
Anders gaat de geest van uw mythe nog uit de fles...  

Na regen zou zonneschijn komen
Maar de regen bleef elke dag maar stromen
Wind kwam in overvloed
En Nessie zwom de boot tegemoet
Van zo’n lekker hapje kon ze alleen maar dromen


Dit was het laatste blog reisverslag, bedankt voor jullie enthousiaste reacties die het schrijven hebben aangemoedigd. Ik wil over een paar weken nog een evaluatie schrijven met ook wat meer technische details van onze reis.

zondag 5 augustus 2012

De Engelse oostkust


De nacht in bij Inverness
Truitje leuk? Nee tuttig!!
Maandagochtend op Bram’s verjaardag varen wij naar Inverness om daar nog een nachtje door te brengen in de Marina. Er zijn nog een paar voorbereidingen te treffen waaronder het kopen van een kaart van dit stukje Noordzeegebied. Wij hebben wel een overzichtskaart maar met name voor het eerste deel van de tocht zijn wat meer details handig. In de Marina zien wij weer dezelfde boten die wij onderweg ook al tegenkwamen en iedereen is van plan dinsdag te vertrekken omdat de wind dan gunstig is.  Overdag nog even Inverness in voor boodschappen en een trui voor Thea maar de juiste wolsoort in een beetje modieuze trui blijkt niet voorhanden. Dinsdag is er druk overleg via de marifoon met de zeesluis. Iedereen wil weten hoe laat we er uit kunnen en hoeveel stroom tegen we kunnen verwachten. We hoorden dat het hier 6 tot 9 knopen kan stromen maar zien op de stroomtabellen nergens de bevestiging van dit bericht. Uiteindelijk blijkt dat wij pas om vier uur in de middag kunnen worden geschut. Laat voor een volgende bestemming. Voor ons zou dat Buckie worden maar als we om vier uur vertrekken zijn we daar rond twaalf uur in de avond/nacht. We besluiten het open te laten maar bereiden alvast een nachtje doorvaren voor.  Eindelijk is het zover we mogen eruit en wij varen in oostelijke richting op weg naar huis. Thea wordt nog even dik getrakteerd op haar favoriete diersoort want er zijn weer dolfijnen die ons uitzwaaien. De wind is west dus achter en met een uitgeboomde fok en volledig grootzeil varen we een prachtige avond in. Het is duidelijk dat Buckie niet veel toevoegt als we er zo laat zijn en weer vroeg vertrekken dus varen we door. Bestemming Petershead direct om de hoek van dit uitstekende deel van Schotland. Bij het ochtengloren ziet Thea nog een Puffin of Papagaaiduiker met zijn/ haar kenmerkende snuit. Mijn vader reisde in 1982 nog naar St Kilda (West Hybriden) om deze vogel te bewonderen maar wij zien hem hier. Rond een uur of zeven arriveren wij bij Petershead maar we vinden het nog wat vroeg om aan te meren en zetten nog even door naar Aberdeen. Dat blijkt een vergissing. Niet qua timing we zijn er rond een uur of twee maar we lezen dat het een drukke oliehaven is die het afmeren van jachten niet aanmoedigt. Thea kijkt even op de AIS en ziet in het voor jachten bestemde gedeelte alleen boten van over de 100 meter liggen. Er is ook geen water en geen diesel. Geen nood van beide hebben wij nog voldoende, dus melden wij ons via de marifoon. Weet u dat wij geen faciliteiten hebben voor jachten, ja dat weten we. Dan mogen we doorkomen via de fairway boei. In de haven is het een drukte van belang. Veel grote olieschepen maar ook bevoorradings schepen voor de offshore industrie. We worden naar het Albert basin geloodst en treffen daar alleen hele grote zeeschepen en man op de kade met een hard plastic pasje waarop zijn identiteit te lezen is. Die moeten we hebben. We leggen aan bij een vrij pontoon maar de man met het pasje zegt dat deze bedoeld is voor de vissers en verwijst ons naar een plekje tegen een boot die vistochtjes verzorgt. Hij kan nog uitgaan en dan moeten we weer weg. Zo niet dan mogen we tegen de ruwe kade. Dan de visboot maar. Door de consternatie vergeet ik te letten op een enorme stroom die veroorzaakt wordt door een vrachtboot die de boegschroef vol aan heeft staan. Deze veroorzaakt een behoorlijke dwarsstroom en kwakt ons met een klap op de visboot. Resultaat twee kromme scepters. We proberen zo goed en zo kwaad het gaat onze stootwillen er tussen te krijgen maar het is voor dit werk allemaal te miniaturistisch. Op de visboot vinden we gelukkig nog twee hele grote stootwillen met een diameter van ruim een meter, die we even lenen voor het goede doel. De man van het pasje komt nog even 23 pond op halen, heel duur vind hij ook maar we mogen er een week voor liggen in de volle bedrijvigheid van de haven die eigenlijk geen jachten zou moeten toelaten. Overal draaien de scheepsmotoren en stinkt het naar stookolie en uitlaatgas. Aberdeen dat in ons Schotland boekje nog wordt aangeprezen is voor wat het gedeelte waar wij liggen volledig verpest. Oude mooie gebouwen zijn verdrongen door betonnen kolossen die met veel oliegeld midden in het oude centrum zijn gesitueerd. Het is heel erg! Er is ook nog een old Aberdeen en daar lopen wij heen in de hoop nog iets moois te zien wat gelukkig ook zo is. Toch is er als we om vijf uur in de morgen elkaar eens aankijken niets meer dat ons hier kan houden al mochten we een maand gratis liggen. We roepen de haven aan om ons vertrek over een half uur aan te kondigen, maar dat gaat niet het is nu of wachten op een paar binnen komende schepen. Uit ervaring weten we dat dit zo een paar uur kan duren en dus schieten we in de kleren en weg zijn we. Adieu Aberdeen wij houden het voor gezien. Nu we zo vroeg varen besluiten we maar weer een ruk te maken naar Eyemouth, daarmee snijden we een heel stuk af.
 Eyemouth is ook een drukke haven voor vissers dit keer maar verwelkomt het jachten. Dat blijkt niet als ik bij het binnenvaren bijna op een bruut uitvarende visser zou botsen maar het haventje zelf maakt alles goed. Pittoresk in een smalle kom in de bergen met drie zeehonden permanent in de baai. Hier moeten we blijven! Wij hebben al een heleboel mijlen gemaakt! Maar het weer dwingt ons tot een andere keuze het gaat namelijk harder waaien uit de verkeerde hoek. Dus laten Wij Eyemouth na een stevige ochtendwandeling achter ons en varen naar Blyth. De Marina van deze grotere havenplaats is sober maar wel compleet. We lopen de volgende dag naar het zuiden langs de kust die onverwacht mooi is. De industie ligt meer noordelijk van Blyth. De dag erna weer door. Whitby waar veel Toerzeilers op varen heeft voor onze boot te weinig diepgang dus kiezen wij voor Scarborough, bekend van het liedje (Scarborough affair) oa gezongen door Simon en Garfunkel. Wij komen aan om een uur of acht. De havenmeester gaat ons binnenloodsen heeft hij via de marifoon laten weten maar helaas is hij praktisch onverstaanbaar. We weten dat het ondiep is maar we mogen doorkomen. Heel langzaam varen wij het kommetje binnen, met op de achtergrond de onverstaanbaar kakelende havenmeester en voor ons het pontoon met zeilboten. Dan buigt de neus van de Sindoro beleefd naar voren. We zitten vast in de mud. De havenmeester roept of wij hem zien, maar nee dus. Plots verschijnt op een grote vistrawler onze zwaaiende gids. We moeten hier langszij om te wachten op hoog water een uurtje of twee denkt hij. Na tien uur leggen we aan in het uitgebaggerde kommetje en gaan nog even snel het stadje in voor een verdiende pint.
Er is Karaoke en het is weer ouderwets genieten van alle performances die ongegeneerd worden geacteerd. Dik en dun dronken en sober brengen hier hun lied, in bij karaoke passende avondkleding. Wij vallen in ons zeiltenue wat uit de toon maar het deert niet.
De volgende ochtend zien wij het toeristische plaatsje in het volle zonlicht.  Het is erg mooi gelegen op een uitstekende landtong met een kasteel op de top. De havenmeester boekt ons in en vertelt by the way  dat de bril van de WC helaas ontbreekt en er veel gebruikt wordt gemaakt van de toiletruimte, die daarom helaas niet goed schoon te houden is sorry for that! 29 pond per nacht graag.  Scarborough is de haven van waaruit wij de terugreis naar Nederland willen starten. Het is kritisch wanneer dat kan omdat er af en toe net iets teveel wind staat om het leuk te houden. Zo als het er nu naar uitziet zal het donderdagochtend kunnen gaan gebeuren. We varen dan de resterende 220 mijl van vijf uur in de morgen tot vrijdagnacht in een keer naar Scheveningen.