Rothesay heeft 4500 inwoners en op het eiland Bute wonen totaal
7000 mensen, meer dus dan het 3,5 keer grotere Arran aan de overzijde, horen
wij van onze buschauffeur annex reisleider Paul. Hij heeft plezier in zijn werk
en leidt ons in zijn half open dubbeldekker rond het eiland. Hij staat
stil bij elke koe en geit en weet er een leuk verhaaltje over te vertellen.
Deze Lama heet Obama Lama en die daar Dalai Lama, de bus ligt dubbel en Paul
vraagt ondanks dit succes of, als wij zijn grapjes leuk vinden, we even met
onze voeten op de vloer boven zijn hoofd willen stampen. Alle ingrediënten voor
een geslaagd schoolreisje zijn aanwezig.
Het eilandje is prachtig er staan opnieuw kastelen van huizen aan het
water waar al die mensen werken blijft een vraagteken maar ze wonen als
edellieden in de vorige eeuw.
Prachtige huizen langs de lochs |
’s-Avonds moet het gaan gebeuren er is live Music
in de golfersbar aan de overzijde van de haven van 8 til late, staat er in
krijt geschreven op een houten opklapbord voor het café. Om half tien blijken
wij de eerste gasten. De rest arriveert tussen half elf en twaalf uur. Naïef
nemen we plaats op het bankje voor de band, maar als die gaat spelen trilt het
trommelvlies direct groot alarm. De band speelt overigens fabuleus. Het nummer
van Garry Rafferty Baker street is niet van de originele versie te
onderscheiden. Op zijn oude dof koperen saxofoon brengt de muzikant de rillingen
op je huid. Alleen de achtergrond vocals ontbreken. Als de bar vol stroomt gaat
er een ouder echtpaar naast ons zitten. De vrouw heeft zodanig overgewicht dat
ze moeilijk loopt en nog net op tijd in de stoel naast mij kan glijden, haar
man is dunner maar heeft hevige pijnen blijkt uit zijn gezichtsuitdrukkingen.
De brede ketting om de hals van de vrouw trekt de aandacht. Smal in de nek en
breed uitlopend naar het decolleté dat alle ruimte biedt. De ketting is
getatoeëerd. Manlief heeft ook een paar
tatoes op zijn armen. Als er een paar drankjes zijn gepasseerd gaat het stel
helemaal los. Handjes in de lucht en swingend op de stoel, tot ze het niet meer
houden en zich op de dansvloer voegen. Twee dansjes kunnen ze maken op een
avond zegt de man, meer laat de gezondheid niet toe. Het is afzichtelijk maar
aandoenlijk tegelijk ze zijn verliefd als bakvissen in een smalle kom. Hoewel
het plan was voor twaalf uur weer terug te zijn op de boot wordt het toch wat
later. Thea blijkt in trek bij de Engelsmannen want wordt vaak gevraagd voor
een dansje. Ik blijf daarentegen als muurbloem achter zonder dat ik daar deze
keer onder lijdt.
De volgende dag blijkt volgens de weerberichten zonnig te
beginnen aan het eind van de middag en dus lopen wij nog even een stukje langs
de geschiedenis die buschauffeur Paul ons gister heeft verteld. Een oud
victoriaans badhuis, een hotel waar ze het eerst elektrisch licht hadden en de
mitches (kleine muskieten) wier naam ze hier gebruikten voor tweemans
onderzeeërs. De basis ligt hier en het oefenterrein zijn de diepe wateren van
de Lochs. Daar varen we doorheen als we vertrekken naar Loch Goil. Een bijna
100 meter diep uitgestekt loch (loch Long) leidt ons naar de aftakking van dit
loch. Heel apart om zo tussen de bergen te varen. Stel je de Alpen voor en laat
ze tot ongeveer de helft vol lopen met water, daar varen wij nu. Het is overweldigend.
Aan het begin van de avond bereiken wij het eind van het loch, de bergketen
sluit hier. We vinden er een visitors mooring, er heerst rust en vredigheid. tot
er twee zeehonden hun kop achter de boot boven water steken. Thea begint, zoals
ze gewend is bij de dolfijnen direct te zingen, maar daar moeten deze beestjes
niets van hebben. Resoluut duiken ze onder om niet weer boven te komen.
Woensdag gebruiken wij om de boot Boaz Proof te maken
alle scherpe dingen en zware voorwerpen worden gezekerd om te voorkomen dat er
ongelukken gebeuren met onze kleine avonturier. Woensdag komen de kinderen met
gekleurde koffertjes aan boord. Het weerzien is natuurlijk heerlijk en als vader
en moeder ’s-Avond laat naar hun Hotel zijn vertrokken en er zes kleine
schoentjes onder de kaartentafel staan voelen wij ons rijk en gelukkig.
Donderdag naar de speeltuin en het dorpje verkennen, vrijdag een tochtje met zijn
zevenen in de huurauto door het achterland. Vrijdagavond is het prachtig weer
en dus de hoogste tijd voor de krabbenrace. Opa en Bram staan te vangen de
kinderen kijken toe. Als de emmer drie behoorlijke krabben bevat steekt Boaz en
zonder blikken of blozen zijn hand in terwijl de meiden gillend over de steiger
rennen. Zaterdag naar het Vikingmuseum en na al dit culturele bagage nog even
naar het ballenbad. Op de steiger wordt ik aangesproken door collega zeilers
die verschillende suggesties hebben voor attracties die wij kunnen doen met
onze kinderen. Wij verzwijgen uit pure ijdelheid dat er nog een hele generatie
tussen zit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten