zaterdag 7 juli 2012

De krabbenrace


Rothesay heeft 4500 inwoners en op het eiland Bute wonen totaal 7000 mensen, meer dus dan het 3,5 keer grotere Arran aan de overzijde, horen wij van onze buschauffeur annex reisleider Paul. Hij heeft plezier in zijn werk en leidt ons in zijn half open dubbeldekker rond het eiland. Hij staat stil bij elke koe en geit en weet er een leuk verhaaltje over te vertellen. Deze Lama heet Obama Lama en die daar Dalai Lama, de bus ligt dubbel en Paul vraagt ondanks dit succes of, als wij zijn grapjes leuk vinden, we even met onze voeten op de vloer boven zijn hoofd willen stampen. Alle ingrediënten voor een geslaagd schoolreisje zijn aanwezig.  Het eilandje is prachtig er staan opnieuw kastelen van huizen aan het water waar al die mensen werken blijft een vraagteken maar ze wonen als edellieden in de vorige eeuw.
Prachtige huizen langs de lochs
 ’s-Avonds moet het gaan gebeuren er is live Music in de golfersbar aan de overzijde van de haven van 8 til late, staat er in krijt geschreven op een houten opklapbord voor het café. Om half tien blijken wij de eerste gasten. De rest arriveert tussen half elf en twaalf uur. Naïef nemen we plaats op het bankje voor de band, maar als die gaat spelen trilt het trommelvlies direct groot alarm. De band speelt overigens fabuleus. Het nummer van Garry Rafferty Baker street is niet van de originele versie te onderscheiden. Op zijn oude dof koperen saxofoon brengt de muzikant de rillingen op je huid. Alleen de achtergrond vocals ontbreken. Als de bar vol stroomt gaat er een ouder echtpaar naast ons zitten. De vrouw heeft zodanig overgewicht dat ze moeilijk loopt en nog net op tijd in de stoel naast mij kan glijden, haar man is dunner maar heeft hevige pijnen blijkt uit zijn gezichtsuitdrukkingen. De brede ketting om de hals van de vrouw trekt de aandacht. Smal in de nek en breed uitlopend naar het decolleté dat alle ruimte biedt. De ketting is getatoeëerd. Manlief heeft  ook een paar tatoes op zijn armen. Als er een paar drankjes zijn gepasseerd gaat het stel helemaal los. Handjes in de lucht en swingend op de stoel, tot ze het niet meer houden en zich op de dansvloer voegen. Twee dansjes kunnen ze maken op een avond zegt de man, meer laat de gezondheid niet toe. Het is afzichtelijk maar aandoenlijk tegelijk ze zijn verliefd als bakvissen in een smalle kom. Hoewel het plan was voor twaalf uur weer terug te zijn op de boot wordt het toch wat later. Thea blijkt in trek bij de Engelsmannen want wordt vaak gevraagd voor een dansje. Ik blijf daarentegen als muurbloem achter zonder dat ik daar deze keer onder lijdt.
De volgende dag blijkt volgens de weerberichten zonnig te beginnen aan het eind van de middag en dus lopen wij nog even een stukje langs de geschiedenis die buschauffeur Paul ons gister heeft verteld. Een oud victoriaans badhuis, een hotel waar ze het eerst elektrisch licht hadden en de mitches (kleine muskieten) wier naam ze hier gebruikten voor tweemans onderzeeërs. De basis ligt hier en het oefenterrein zijn de diepe wateren van de Lochs. Daar varen we doorheen als we vertrekken naar Loch Goil. Een bijna 100 meter diep uitgestekt loch (loch Long) leidt ons naar de aftakking van dit loch. Heel apart om zo tussen de bergen te varen. Stel je de Alpen voor en laat ze tot ongeveer de helft vol lopen met water, daar varen wij nu. Het is overweldigend. Aan het begin van de avond bereiken wij het eind van het loch, de bergketen sluit hier. We vinden er een visitors mooring, er heerst rust en vredigheid. tot er twee zeehonden hun kop achter de boot boven water steken. Thea begint, zoals ze gewend is bij de dolfijnen direct te zingen, maar daar moeten deze beestjes niets van hebben. Resoluut duiken ze onder om niet weer boven te komen.
Woensdag gebruiken wij om de boot Boaz Proof te maken alle scherpe dingen en zware voorwerpen worden gezekerd om te voorkomen dat er ongelukken gebeuren met onze kleine avonturier. Woensdag komen de kinderen met gekleurde koffertjes aan boord. Het weerzien is natuurlijk heerlijk en als vader en moeder ’s-Avond laat naar hun Hotel zijn vertrokken en er zes kleine schoentjes onder de kaartentafel staan voelen wij ons rijk en gelukkig. Donderdag naar de speeltuin en het dorpje verkennen, vrijdag een tochtje met zijn zevenen in de huurauto door het achterland. Vrijdagavond is het prachtig weer en dus de hoogste tijd voor de krabbenrace. Opa en Bram staan te vangen de kinderen kijken toe. Als de emmer drie behoorlijke krabben bevat steekt Boaz en zonder blikken of blozen zijn hand in terwijl de meiden gillend over de steiger rennen. Zaterdag naar het Vikingmuseum en na al dit culturele bagage nog even naar het ballenbad. Op de steiger wordt ik aangesproken door collega zeilers die verschillende suggesties hebben voor attracties die wij kunnen doen met onze kinderen. Wij verzwijgen uit pure ijdelheid dat er nog een hele generatie tussen zit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten