vrijdag 22 juni 2012

The Mull of Kintyre


Wat Wassenaar is voor Den Haag, Vught voor ’s-Hertogenbosch, dat is Bangor voor Belfast. Een luxe mooi gelegen badplaats, met onder architectuur gebouwde huizen voor beter gesitueerden. Het heeft een prachtige jachthaven met alle faciliteiten kortom prima toeven daar. Maandagmorgen starten wij met een wandeling naar Holywood ongeveer 15 kilometer verderop. Het pad loopt langs de delta die uitkomt bij de haven van Belfast. Ongeveer halverwege komen wij langs een tentoonstellingsruimte van natuurbeheer waar ook koffie te krijgen is. Omdat wij in onze rol van jury voor de prijsvraag nog onderzoek moeten doen naar de juiste vogelnaam komt deze onderbreking als geroepen. Wij spreken een man in uniform aan in de tentoonstellingsruimte waar een plaatje van “onze” vogel te zien is en vragen naar de naam.
This is an………. Oysterpickerhaveagoodday antwoordde de man na enig aarzelen, om daarna direct met een diepe zucht te vertrekken. Wij vonden dat best een lange naam voor zo’n klein beestje en bedachten dat deze mogelijk gesplitst zou moeten worden in een Oysterpicker en een prettige dag verder. De naam van de vogel dus en een beleefd verzoek geen vragen meer te stellen. Een Oyster picker, het zou kunnen.
Oysterpipickerhaveagoodday??
 Gelukkig hielp onze winnaar van de eerste prijs Henk Prevo uit Eindhoven ook de jury door als eerste het goede antwoord te geven. Wij ontvingen zijn mail gedateerd op 18 juni 08.36. Het goede antwoord hebben wij gecontroleerd via google  Het is de Black Gullimot of zwarte Zeekoet. Gefeliciteerd Henk met deze mooie overwinning. Natuurlijk waren er meer inzendingen Theo Hearkens uit Gouda eindigde op de tweede plaats met als tijd 15.26 uur. Roel Melief uit Lienden heeft een verdiende derde plaats met het goede antwoord op de 19e om 20.29. Daarna moest de jury zich buigen over twee twijfel gevallen. De eerste van Jacques Zick uit Epse: “Een duif die niet gewend is aan linksrijdende auto’s”, kan de jury helaas niet goed rekenen. Ook Lidy Lansdorp uit Wassenaar, die naar de mening van de jury een gokje waagt met “Scholparadijsflamingooekst”valt buiten de prijzen. Nog net op tijd ontving de jury de inzending van Mieke Vlastra uit Odijk, die er met een Pinguin ook te ver naast zit voor een eervolle vermelding. Wel bedankt allemaal voor de reacties en er volgt vast nog een keer een herkansing.
Vanmorgen vroeg vertrokken wij uit Bangor met als bestemming Campbeltown op het eiland Kintyre bekend van The Mull of Kintyre, waarover ook een mooi muzieknummer door Paul McCartney en Danny Laine is geschreven. Het was een prachtige dag, een mooi windje om mee te beginnen en direct helder zicht op de contouren van het schiereiland Kintyre. Gaandeweg valt de wind weg en moet de motor het werk doen. Het water is spiegelglad, zo vaak zie je dat hier niet. Onder de boot loopt de diepte op naar 150 meter. Daar merk je natuurlijk niets van maar het is wel bijzonder. Dan doemen de granieten en bazalten rotsen op uit zee. Groot en ongepolijst met wel zacht groene begroeiingen in de dalen en op beschutte plaatsen. Wij passeren zo Ailsa Craig aan stuurboord en Sanda Island aan bakboord. Het zijn kleine onbekende eilanden, ze geven mede invulling aan het  ruige, onherbergzame en ongelofelijk mooie landschap. Het is zo imposant, dit is Schotland, dit is  natuur en landschap dat zich nauwelijks laat beschrijven. De zon staat er vol op, Thea zit in een korte broek ik in stuur in mijn overhemd, een dag om niet meer te vergeten.    

Foto’s laten maar een streepje zien van al die schoonheid het merendeel is zee en lucht. Je krijgt die volle indruk niet op een plaatje overgebracht dat is wel jammer. Na een scherpe bocht naar bakboord varen wij het Campbeltown loch binnen. Wij liggen vannacht aan een mooring van de plaatselijke zeilclub.De volgende ochtend lopen wij het stadje binnen en gaan liggen aan een pontoon. Nu kunnen wij van de boot en Campbeltown en het schiereiland gaan verkennen. Het plaatsje is pittoresk, de tijd heeft hier ook stil gestaan als je naar de etalages kijkt veel oubolligheid maar wel leuk om te zien. ’s-middags bezoeken wij de whisky distilleerderij van Springbank en drinken een glaasje licht gerookte whisky. De dag erna huren wij een auto om het schiereiland te verkennen. De oostkust is ruig en stijl heel anders dan de westkust die ons een beetje aan de Amerikaanse westkust doet denken. Vanaf het zuidelijkste puntje waarop de vuurtoren staat hebben wij uitzicht op Ierland en Rathlin eiland. Wij voelen ons heel nietig, de wind waait ons uit de jas en er is hier helemaal niemand uren rijden zonder tegenliggers op verlaten wegen. We vinden het wel bijzonder.
Collage van etalages in Campbeltown


zondag 17 juni 2012

Prijsvraag



Maandag 11 juni landt Thea weer veilig in Dublin, om weer aan te sluiten op de traditionele manier van verplaatsing over zee.  Wij besluiten het eiland Man over te slaan en nog even langs de Ierse kust te varen. Daarom vertrekken wij woensdagmorgen met een licht windje naar Ardglass in het zuiden van Noord Ierland. Noord Ierland is weer Engels dus de euro’s kunnen weer worden opgeborgen. Voor de inflatie maakt het niet uit welke muntsoort je hebt want ook de Engelse economie kraakt in haar voegen horen wij op de BBC. Bij Noord Ierland had ik niet direct een goed gevoel waarschijnlijk vanwege alle narigheid in het verleden maar het is er qua natuurschoon prachtig. Hoge bergen (The Mours) lopen af in zee. Er liggen prachtige golfbanen met dito golfclubs langs de kust. Na een prachtige maar wel weer koude zeildag gaan wij ’s-avonds naar de kroeg om de voetbalwedstrijd Nederland Duitsland te zien. Wij kondigen maar meteen aan dat wij uit Holland komen en vinden in de kroeg alleen maar medestanders, niemand is voor Duitsland, dat is weer meegenomen. Aan een spelanalyse zal ik mij niet wagen. Na de wedstrijd keren wij terug naar de boot. Twee Engelse heren van de boot naast ons lopen met ons op richting het haventerrein. “Are you the Dutch couple” van de boot in de haven vraagt de een. Zeker antwoorden wij. Alsof ik met mijn gulp open een galadiner betreed zegt hij zacht besmuikt: “Je voert de verkeerde vlag”. Eerst dacht ik nog dat hij op de wedstrijd Nederland Duitsland doelde, dan had ik het kunnen begrijpen, maar dat was het niet. De Ierse gastenvlag die bij ons in het stuurboord wand wappert hoort de Engelse te zijn. Het is hier Engeland en de vlagvoering is geen sinecure! Sorry, wij verwisselen direct om het weer goed te maken. Wel gek dat die Noord Ieren niet zoveel met de Republiek Ierland hebben. Op de avond dat Ierland speelt staat hier nergens de TV aan. Het zijn gewoon Engelsen en zo voelen zij zich ook. Hun Noord Ierse jongens spelen in het Engelse nationale team.
Uitzicht op de Ierse zee bij de Golfclub in Ardglass
 De volgende dag stappen wij de golfclub binnen. Het heeft nog die oude victoriaanse sfeer van tradities, die ook in sommige yachtclubs te vinden is. Een groot gevernist houten bord met alle presidenten van de club vanaf 1896. Personeel aan de bar in uniform en luie leren chesterfields om notenhouten tafels. Ik vind het prachtig. Weer een biertje maar geen Wifi dat is te modern. Als we weer buiten komen regent het en moeten we op een holletje naar de boot. De wind trekt aan naar gale (windkracht 8) en we slapen slecht door het gehobbel en de geluiden die horen bij harde wind in de haven. Van uitvaren is geen sprake, iedereen blijft liggen dus Belfast moet nog even op ons wachten.
Om onze de lezers van dit blog meer te betrekken bij ons avontuur hebben wij een prijsvraag bedacht. Onderweg bij New Castle (Noord Ierland) zagen wij deze vogel. Wie raadt/ weet welke vogel het is wint de prijsvraag! Met als hoofdprijs een eervolle vermelding in het volgende blog. De eerste inzender met het goede antwoord wordt uiteraard als eerst genoemd wat weer extra eervol is, reageer dus snel!
De vogel van de prijsvraag! Wie weet het?

Zondag 17 juni is het vaderdag. Een piepje op mijn telefoon herinnert mij aan dit fenomeen. Geen tekening maar een lief SMS-je en later nog een telefoontje van onze kinderen. Thea maakt het feest compleet door midden op zee een heerlijke pizza te fabriceren voor vaderdag. Wat een feestdag alleen het weer kan beter koud en regen doen de feestvreugde geen goed. Wij zijn onderweg naar Bangor bij Belfast. Gister zijn we er al met de bus naar Belfast geweest maar nu dus met onze boot. Het is een leuke stad minder somber dan ik had verwacht met mooie winkels en oude gebouwen. Wij vonden het een leukere stad dan Dublin. Om 16.00 uur meren wij aan bij Bangor Marina. Een moderne grote marina met alle faciliteiten…………….. en de zon schijnt Vaderdag 2012 is gered!

vrijdag 8 juni 2012

Bestemming Dublin


Op de kade is het een drukke boel in Kilmore Quay. Want al rijden er vandaag vanwege Bank Holyday geen bussen, verder is alles met wielen gemobiliseerd. Wij liggen eerste rang voor de slipway en zien de bootjes één voor één gelanceerd worden. Professionele en amateuristische schippers laten hun bootjes te water. De meeste zijn zomers gekleed, hoewel het op het water nog best fris zal zijn.
Ook de vissermannen zijn actief. Voor hun geen vrije dag zo te zien, maar hard werken. Een visser met twee jonge kinderen, sorteert op een oud vervallen bootje, zijn krabben op maat en sjouwt de zware kisten op een oud aanhangwagentje. De kinderen spelen lief op de slipway, het water loopt langzaam in hun laarzen maar wat maakt het uit. Vader draagt een leren band om zijn middel en je kan zien dat het pijn doet als hij tilt. Een zwaar bestaan en een groot contrast met al die pleziermakers met bling bling bootjes op het water.
We spreken met de havenmeester, die claimt dat hij voorspeld had dat wij niet uit hadden moeten varen met de voorspelde wind, maar ik vind het vooral wijsheid achteraf. De voor zijn gevoel juiste voorspelling maakt hem overmoedig. Morgen is de wind SSW en we kunnen maar beter wachten op SW overmorgen. Wij weten het niet en ik blader me suf op internet. Met Office heeft een betrouwbare site en XC wheater ook. Onze eigen trouwe Windguru zat er keer naast. Wat is wijsheid? Nog een keer terug keren naar de haven is los van het leed onderweg, teveel gezichtsverlies voor deze schipper. Ik zie die guitige kop van de havenmeester al voor me. Maar wachten brengt ons tijdsschema voor Dublin in gevaar ook niet aantrekkelijk. Dat getwijfel is meestal niet goed voor de stemming, het verlamt een beetje. Dus besluit ik tegen de avond nadat ik op de buien radar dikke rode klonten boven de haven heb zien hangen, om 5 uur ’s-morgens, de tijd dat wij moeten vertrekken; We gaan niet! Mijn argument, dat ik geen zin heb om in de harde regen te sturen  is sterk, maar overtuigt niet van harte dat kan ik zo wel zien. Ja te laat in Dublin dat is waar!
We gaan slapen en als ik ’s-morgens om vijf uur wakker word en geen regen hoor tikken op het dak, besluit ik de buienrader te raadplegen. De rode klonten van gisteravond zijn sneller gepasseerd alleen een beetje mieser volgens deze beelden. Apel! We vertrekken toch! Dat is niet tegen dovemansoren gezegd. Thea jumpt uit haar kooi. Snel ontbijten wij en maken de boot in gereedheid.
Als de mist is opgetrokken zien we dit. Het is prachtig!
De tocht is nat en mistig, maar gaat zo voorspoedig dat we het voor lief nemen. Waar we twee dagen hiervoor nog 2-3 knopen voeren, scheren wij nu met 9-tot 10 knopen door het water. Het is ook heerlijk om die motor niet te hoeven gebruiken. Arklow komt snel dichterbij, we knopen vast om twee uur in een piepkleine marina. Het tweede drama Arklow is niet deze tocht, maar nu het plaatsje zelf. Armoedig, een beetje vies maar wij zijn er. Omdat het regent en Thea nog wat voor de kinderen wil kopen stap ik bij de kapper binnen. Alles in Ierland is duurder dan bij ons behalve de kapper, € 7,00 en het zit best aardig.
De volgende ochtend om 6.30 uur naar Dublin. Het is prachtig weer de wind SW zoals de havenmeester had voorspeld, we kunnen een stukje zeilen maar de motor moet af en toe wel helpen. Het stoomt hier flink en we lopen weer een knoop of 9, 10. Dus ook weer vroeg in Howth, een plaatsje boven Dublin met een prachtige marina en dito Yacht Club.
Als we donderdag naar Dublin vertrekken, duwt de dienstdoende havenmeester ons een stormwaarschuwing van de MET Office in de hand Gale 8 tot 9. Wij zijn blij dat het vandaag Dublin wordt met de trein. Deze doet er een half uur over en stopt veel. Omdat het regent besluiten we voor Musea. Het eerste is het Trinity museum met the book of kelts. Er is een prachtige bibliotheek, nog niet eerder zo’n imposante ruimte met boeken gezien. Daarna wordt het profaner, we gaan naar het Guiness bier museum en sluiten af met een glas stout op de bovenste etage met een mooi uitzicht over Dublin.
De volgende ochtend gaat om half vijf de wekker. Thea vliegt naar Nederland. Hier in Howth trekt de wind flink aan en schommelt ons bootje aan de steiger. Ik zie de mast wenken, kom snel weer terug!

maandag 4 juni 2012

Arklow's drama


Er zijn wel fijne lobsters te koop!

Een heus drama en dat op een vakantietocht. Het kwam zo, Kilmore Quay is een prachtige haven, je kunt zowel bij hoog als bij laag water naar binnen er zijn prima faciliteiten, maar daarmee is ook alles gezegd. De plaatselijke kroeg heeft geen Ierse Livemuziek, de kruidenier verkoopt het fruit per stuk. Alleen de watersport winkel is prachtig, omdat deze nog gewoon inkoopt voor de vissers en dus een echt watersport assortiment heeft. De eigenaar draagt een trui van de reddingsdienst waarvan de boot hier in het haventje klaar ligt. Wel een beetje saai, na drie dagen en daarom besluiten we te vertrekken op zaterdag richting Arklow. Dit plaatsje moest levendiger zijn en Thea heeft zich  verheugd op een pint met Ierse muziek. Wij vertrekken als het tij het toestaat en dat is om één uur in de middag. Wij varen eerst oost tot het uiterste zuid oost puntje van Ierland en daarna noord. Dan merken wij, dat de wind net iets noordelijker staat dan was voorspeld. We hebben de wind pal tegen. Beter uitzoeken zou je denken maar er zijn veel site’s met een weersvoorspelling en deze komen vreemd genoeg niet altijd overeen. Het laat dus enige ruimte om de meeste gewenste voorspelling te kiezen en dat deden wij (maar niet goed dus achteraf). Naast de tegenwind stonden er bovendien hoge golven van wel drie meter die kort op elkaar volgden. De boeg van het schip wordt dan door een golf opgelicht en graaft zich diep in de tweede golf die een bak massief water over het dek en de luiken laat rollen. De plek waar Thea enige dagen geleden nog jolig naar de dolfijnen riep. Dit is funest voor de snelheid en we zagen dan ook dat de progressie na het passeren van de hoek zeer sterk terug liep. Zo nog dertig miles door leek geen optie. De dichtstbijzijnde haven kan alleen met lokale kennis worden ingevaren en die was via de marifoon niet beschikbaar. De tweede optie was de Ferryhaven. Daarover stond in de Pilot (het handboek) dat het een oncomfortabele haven was maar “if need be” een plaats naast de vissers kon worden ingenomen. If need be, nou ja dus, en zo voeren wij als zeilschip de voor nederlandse begrippen onneembare haven van de Stena line binnen. In Rotterdam is dit zelfs bij windkracht 12 onmogelijk maar hier niet. De vissers zijn niet talrijk, twee om precies te zijn aan de lage kant van de haven, nou ja haven, een strekdam in zee meer is het niet. Wij kiezen een vissertje uit maar al direct blijkt dat dit tot grote schade aan onze boot zal leiden. De ijzeren vissersboot danst op en neer als een Ierse muzikant en wij worden in de dans geheel tegen meegenomen. Snel weer los. Het gaat gelukkig net goed. Wat nu. Scheepsberaad in de luwte van een grote Stenaline passagiersboot.  Ankeren, maar dat mag vast niet in een ferry haven. Terug, maar dan is de stroom tegen; doorvaren maar de hoge golven nodigen echt niet uit, dan zie ik aan lei zijde van de haven nog twee vissersbootjes. Daarover stond niets in de pilot. Thea roept of wij langszij mogen voor de nacht. Antwoord negatief. De tweede stemt toe, en zo liggen wij een nachtje met alle beschikbare stootwillen en lijnen veren en alles dat in de bakskist beschikbaar is naast de visser, die zelf naar huis is gegaan. Hij kruipt zonder ladder tegen de steile kade en ontraad ons dat voorbeeld te volgen want dat is te gevaarlijk. Dat zijn wij met hem eens, en ons schip onder deze omstandigheden verlaten zou van slecht zeemanschap getuigen. Geen Wifi dus lekker ouderwets scrabbelen en door in het luisterboek.
Het plan voor de volgende dag is om vijf uur te vertrekken en dan in de aangekondigde windstilte snel naar Arklow varen. Na 12 uur zou het gaan waaien maar dan zijn wij volgens planning aan. Opeens horen wij een geluid dat doet vermoeden dat de boot aan de onderzijde wordt gezandstraald, wij herkennen dit geluid uit de haven van Calais. Het betekend dat er een veerboot vertrekt. Het Ierse dansspel begint nu ook hier. Gelukkig maar voor even als de veerboot is vertrokken is het weer rustig. Thea voorspelt dat het de laatste veerboot is omdat zij denkt dat er ’s-nachts niet word gevaren en dat blijkt juist. Wij slapen daarom toch nog heerlijk tot vijf uur. Het is windstil dus de voorspelling klopt. Maar juist door het gebrek aan wind maak ik een beginnersfout.
Ik laat de zeilzak van het grootzeil dicht en sla de de val (de hijslijn) niet aan. Dat komt mij duur te staan, want de aangekondigde windstilte is van korte duur. Al na twee uur varen zie ik dat de windmeter oploopt.     
Het lijkt wel winter

Windkracht 4….5……6…….7 Ja hoor het zelfde liedje als de dag hiervoor. Als de wind nog matig is stel ik voor het zeil te hijsen, maar van Thea mag ik niet naar de mast om het zeil aan te slaan en de rits te openen. Het is al veel te knokkelig en omdat ik weet dat ze gelijk heeft blijf ik tandenknarsend achter het stuurwiel. Een beetje zeil had mooi kunnen helpen het schip stabieler te maken en was bovendien goed geweest voor de snelheid. Thea blijkt in staat onder deze omstandigheden nog twee heerlijke boterhammen met gesmolten kaas uit de oven te toveren en dat is goed voor het moreel. De snelheid loopt na een paar uur steeds verder terug. Thea geeft de restende afstand frequenter aan, nog 20, nog 15, nog 14, maar bij 13 miles voor het bereiken van Arklow is de boot niet meer op koers te houden. Wij moeten terug.
Op dit mentaal moeilijke moment  stoot ik per ongeluk (echt) tegen de schakelaar van de stuurautomaat. Nu is het gebeurd de boot draait 180 graden. Thea roept oh oh en ik keer als een razende terug naar het stuurwiel. De oorzaak is snel gevonden en na het opnieuw inschakelen zetten wij koers naar Kilmore Quay. Kort na de koerswijziging gaat de telefoon. Het is Bram.  Maken jullie een Man Overboord Manoeuvre vraagt hij cynisch (of bezorgd?). 
Man Overboord Manoeuvre?
Marine Traffic heeft mijn AIS positie al weer doorgegeven naar de wal zo blijkt.  Waar is je reddingsvest hoor ik vanuit de kajuit. Inderdaad vergeten aan te doen na het toilet bezoek. Zoeken, nog eens zoeken, vest weg. Hoe kan dat nou? Dan blijkt Thea er twee over elkaar te hebben aangetrokken. Het is soms ook nog wel echt leuk aan boord.
We varen nu met een lapje voorzeil dat bedient kan worden vanuit de kuip. De snelheid is meteen terug 8 tot 9 knopen. Het is balen maar na een diner in het plaatselijk restaurant zijn wij over de frustratie heen. Weer volop wifi, maar de volgende dag, maandag is het Bank Holiday en rijden er zelfs geen bussen hier in Kilmore Quay. Woensdag een nieuwe poging met voorspelde zuidenwind lees hierover meer in het volgende blog.